Jonas en Anna. Schelen ongeveer een jaar. Geboren in Amsterdam maar zijn eigenlijk al snel naar Almere verhuist. Eenmaal aangekomen in Almere kwamen zij terecht in een omgeving waar zij voor de rest van hun leven aan verbonden zouden zijn. Muziekwijk was een buurt waar 7 teamgenoten woonden, in een radius van minder dan 100 meter. Dit tekende hun liefde voor de sport en combineerde dat met vriendschappen voor het leven. Wij spraken Jonas en Anna over hoe het was om op te groeien in zo een omgeving en hoe hun weg naar de Hoofdklasse is gelopen.
Jonas de Geus
29 April 1998, Amsterdam
Begonnen bij Almeerse Hockeyclub. Uitkomend voor Kampong Heren 1. Afgestudeerd in Economie, nu Master Finance aan het afronden. Met Almere naar de Hoofdklasse, finale Nederlands Kampioenschap 2021, goud op het EK in 2017 en 2021, zilver op het WK in 2018, brons op Champions trophy, Pro League en EK in 2019. Olympische Spelen 2020 Tokyo.
Anna de Geus
24 mei 1999, Amsterdam
Begonnen bij Almeerse Hockeyclub. Uitkomend voor SCHC Dames 1. Studeert Geneeskunde, loopt nu Co-schappen. Met Almere naar de Promotieklasse gepromoveerd, Nederlands B, Nederlands A, Jong Oranje, Schaduwteam en Potentials Nederlands elftal veld, Nederlands elftal zaal.
"Hoe bijzonder is het dat er zoveel mensen in dezelfde buurt, talent hadden voor hockey, ouders die eigenlijk niks met hockey hadden en toch zoveel emnsen op hockey zijn gegaan en zo goed zijn geworden."
Hoe zijn jullie in aanraking gekomen met hockey?
J: Jarik (onze oudere broer) hockeyde, ik zou een proefles hockey doen en een proefles voetbal. Toen de proefles hockey gedaan, bijna alleen maar gehuild.
A: Volgens mij moest jij huilen omdat je alleen maar partijtjes ging doen en dat niet verwachtte.
J: Haha, ik dacht dat we echt gingen trainen en toen gingen we opeens partijen. Alleen maar janken. Aan mijn ma der been vasthouden. Weet niet zeker of het deze proeftraining was, best gek als je alleen maar moet huilen en uiteindelijk wel op de sport gaat. Ik denk dat het een beetje was omdat onze broer ook hockeyde.
Jullie oudere broer hockeyde dus al. Waren jullie een echte hockeyfamilie?
J: Ik kan me die filmpjes ook nog wel herinneren, dat we thuis allemaal sticks hadden liggen, dat we toen ook al hockeyde. Maar onze ouders hadden niet echt een link met hockey. Pa heeft wel gehockeyd in Soest volgens mij tot de D en onze ma heeft gevolleybald. Pa heeft van alles gedaan en is uiteindelijk toch bij volleybal geëindigd.
A: Jarik is denk ik op hockey gegaan omdat we er altijd langsfietste.
J: Ik denk dat hij toen ook gewoon een proefles heeft gedaan.
Hebben jullie hockeyhelden? Hockeyers waar je naar opkeek?
J: Ik weet nog dat ik vroeger Nicki Leijs en Robin Herweijer zag, dat was destijds mijn coach en die speelde in Heren 1. Wat ik me eigenlijk alleen kan herinneren is dat ik altijd naar Heren 1 keek op zondag en daar ok wel tegen opkeek. Ik ging af en toe wel naar play offs, maar ik had niet echt een held toen ik jonger was.
A: Ik had denk ik een beetje hetzelfde, het was voor ons eigenlijk altijd Heren en Dames 1. Die waren ook vaak op de club als wij er waren. Ik had ook niet echt 1 persoon waar ik specifiek naar opkeek. Ik was er ook totaal niet mee bezig.
J: Het was toen ook echt een standaard dat we allemaal op zondag naar Heren 1 gingen kijken.
A: Ik was daar altijd de hele dag te vinden, mini van de week geweest. Als je ook kijkt hoe Heren 1 er toen altijd bij zat, in een of ander hok, met allemaal troep. Het was nog heel anders.
Hebben jullie altijd al de droom gehad om zo hoog te hockeyen?
A: Ik had wel een droom, om in het Nederlands elftal te spelen later. Sinds ik in de D1 zat, zei ik dit altijd. Toen ging ik ook altijd naar oefenwedstrijden.
A: Ik had wel een poster aan mijn muur hangen hoor. Ik had een tas met het Nederlands team erop. Ik heb de video goud, 80 keer gekeken, ik was misschien wel iets meer een fangirl dan Jonas.
J: Ik kan me wel herinneren dat ik altijd in Heren 1 wilde spelen, maar niet echt in het Nederlands team. Volgens mij had ik toen wel een vriendenboekje, en dat je moest zeggen wat je wilde worden. Toen schreef ik wel altijd dat ik hockeyer of voetballer wilde worden.
A: Het was wel toen ik jong was, als je ouder wordt dan vervaagt dat ook weer een beetje. Zeker toen ik al in Nederlands B zat, toen werd het wel wat minder.
Jullie zijn bijna tegelijk naar een andere club vertrokken. Wat was uiteindelijk de reden om te vertrekken?
A: Ik wilde Hoofdklasse spelen, wij speelde Overgangsklasse. Hadden net dat jaar Promotieklasse gehaald. Was voor het eerst dat er andere clubs kwamen en wilde niet zomaar naar een andere club gaan. Het begon toen toch wel te kriebelen om naar een andere club te gaan, ik speelde toen ook nog in jong oranje. Ja dat, toen kwam Stichtse en dat vond ik wel echt een mooie club om naartoe te gaan. Wel echt met pijn in mijn hart, ik heb toen zoveel gehuild die periode. Nee, eigenlijk was mijn reden echt omdat ik in de Hoofdklasse wilde spelen en voornamelijk met het vooruitzicht dat de dames van Almere dit niet heel snel zouden bereiken. Ik ben er nu wel echt blij mee.
Wat is je mooiste herinnering aan Almere Dames 1?
A: Promoveren naar de Overgangsklasse. Toen was ik echt nog maar 15. Ik was 14 toen ik voor het eerst meedeed met Dames 1, ik was toen superjong, maar vond het heel normaal toen. Toen ik dus 14 was deed ik mee, toen zijn we nog een keer gedegradeerd van de Overgangsklasse naar eerste klasse. Toen miste ik een shootout, ik was dus jong toen ik deze moest nemen, ik trainde hier ook echt op, tijdens trainingen scoorde ik veel, dus mocht ik het ook gaan doen. Maar deze wedstrijd had ik een complete error. Toen de plays-offs, dat jaar daanra meteen weer gepromoveerd. Ook dat we Promotieklasse hadden gehaald, was heel leuk. En 1 jaar landelijk in de A, dat was ook echt prachtig, wij hadden dat nog nooit gehaald. En het laatste jaar, met het meest schandelijkste team, de afvallers van meisjes B kwamen toen bij ons. Toen haalde we landelijk.
J: Het was voor mij niet zoals bij Anna dat ik graag in de Hoofdklasse wilde spelen, want daar zaten we natuurlijk al in. Ik wilde uiteindelijk toch, ja voor het kampioenschap meespelen. Dat was een van de voornaamste redenen, maar daarnaast had ik ook het gevoel dat ik bij Kampong, mezelf beter kon ontwikkelen als speler, ook met het oog op de Olympische Spelen die er toen aankwamen, dat zou eigenlijk binnen een jaar zijn, maar dat werd toen natuurlijk uitgesteld. Ik had al veel eerder weg gekund, alleen ja de reden dat ik dat niet gedaan heb was dat ik altijd gewoon bij Almere speelde met de jongens waar ik mijn hele jeugd mee heb gespeeld. Daar kon voor mijn gevoel op dat moment niks aan tippen en dat is denk ik nog steeds het allermooiste, alleen ja op een gegeven moment dan gaat dat niet meer. Dan wil je dus voor de prijzen spelen, het was ook het laatste jaar een hele moeilijke beslissing. Dat blijft het altijd.
J: Ik heb het altijd soort van, het ging altijd van het ene door op het andere. Ik zat in Nederlands A, toen ging ik naar Jong Oranje door, toen mocht ik meetrainen bij Oranje voor het eerst. Ik stond er hierdoor niet echt bij stil, wat er allemaal gebeurde, het was altijd gewoon hockeyen en kijken. Toen ik net bij Oranje kwam verwachte ik niks, ik dacht altijd ik ga lekker spelen en doen wat ik kan en dan kijken of ik erbij zou komen. Dat was eigenlijk ook altijd het geval dat ik mee mocht op toernooien. Dat was op dat moment dan ook altijd een beetje mijn mindset, er werd ook niks van mij verwacht, dus ik legde ook geen druk op mezelf. Ik zei nooit ik moet dit, ik moet dat, ik ging gewoon zo goed mogelijk hockeyen en zorgen dat ik fit genoeg was. En dan zie ik het wel, dat was toen, maar ook nu nog steeds wel mijn mindset. Je kan je wel druk maken om selecties, maar uiteindelijk gaat het om hoe jij speelt, zo goed mogelijk, dan komt het uiteindelijk vanzelf wel.
Anna, jij zit nu al een rijdje bij NL zaal, hoe ervaar je dat?
A: Ja ik zat daar wel ieder jaar, maar heb daar nog nooit toernooien mee gespeeld. Dit jaar was er een toernooi, maar die ging niet door. Toen zat ik er wel bij, maar er was nog geen definitieve selectie. Nederlands zaal heb ik wel altijd meegetraind, maar altijd afgevallen. Dit jaar ging het net lekker, mensen raakten geblesseerd, en toen kwam corona. Het EK wordt wel ingehaald in december, WK wordt denk ik volgend jaar pas weer.
Is dit wel iets waar je je zinnen op zou willen zetten?
A: Wel dat ik constant moet bedenken of het haalbaar is met wat ik op dat moment aan het doen ben, qua studie. Dat is het meer, je traint evenveel als dat het Nederlands team doet, maar het is wel op vrijwillige basis, dus je moet er wel bewust voor kiezen. Dus ik weet nog niet wat ik dan aan het doen ben, maar ik vond het wel altijd echt heel leuk, afgelopen winter heb ik er dus wel voor gekozen er vol voor te gaan en toen helaas, corona. Dus ik zou het wel heel vet vinden als ik daar ooit nog een toernooi met mee zou kunnen spelen. Ik ben daar op het moment ook niet heel erg mee bezig, maar als het dichterbij komt dan denk je er wel meer over na.
Jonas, je wordt steeds belangrijker voor zowel de club als Nederlands. Wat is je toekomstbeeld op hockeygebied?
J: Doel is nu wel om een beetje prijzen te gaan pakken. Ik bedoel, ik heb twee keer het EK gewonnen. Met een jaar ertussen. Met Kampong is er eigenlijk een jaar weggegooid door corona. 1 jaar finale gehaald, op shootouts verloren, dit jaar loopt het nog een beetje stroef, maar in principe spelen we overal nog voor. Uiteindelijk waar we met Kampong naartoe gaan is om mee te kunnen doen met de prijzen. En als je mee kan doen met prijzen winnen, dan wil je deze ook winnen.
Met oranje zijn we natuurlijk een nieuwe weg ingeslagen met een nieuwe bondscoach, veel gasten met heel veel ervaring weg gegaan, dus daarin zijn we nu bezig met als team beter worden. Het is daarmee nu heel moeilijk om te zeggen, we gaan voor de prijzen, want je weet niet waar je staat. Maar daarbij als je voor Nederland hockeyt, hockey je altijd voor de prijzen. Dus het is een simpel antwoord, maar we willen uiteindelijk gewoon prijzen gaan winnen, ik denk dat dat ook het mooiste van hockey is, gewoon finales spelen en winnen.
Hebben jullie veel spanning voor de wedstrijd?
Hoe is je spanning voor de wedstrijd, als je weet dat je een belangrijke pot gaat spelen, met publiek. Ben je dan extra zenuwachtig of wen je er wel aan?
J: Ik ben niet zenuwachtig door het publiek, maar bij belangrijke wedstrijden ben ik wel iets zenuwachtig. Ik heb altijd als ik mijn warming up begin, dan heb ik geen last van zenuwen dan krijg ik er alleen maar meer zin in. Ik merk bijvoorbeeld wel, dat toen we de play offs zonder publiek speelden, dat is helemaal niks. Dan moet je de hele tijd tegen jezelf zeggen oké dit is belangrijk, je voelt het dan echt niet. Als er publiek bij is dan gaat het automatisch, ik weet ook nog op Almere tijdens de playouts, dan was het altijd helemaal vol. Ik had wel het gevoel dat dat altijd het beste in mijn naar boven haalde.
A: Ik vind bij jou ook, het is niet te zien of je zenuwachtig bent of niet. Jij hebt je beste wedstrijden op de belangrijkste momenten gespeeld. Dat vind ik altijd zo knap.
J: Tuurlijk ben ik zeker wel zenuwachtig. Ik heb gewoon altijd, als je eenmaal op het veld bent en een beetje aan het hockeyen, dan gaat het altijd wel snel weg.
A: Ik weet nog wel dat ik een keer aan jou heb gevraagd. Toen had je een shootout genomen tijdens de finale in Indian op het WK. Dat je scoorde. Toen vroeg ik ook nog aan jou of je doorhad hoeveel mensen daar zaten. Toen zei je ook dat je dat echt totaal niet door had.
J: Nee, het is ook juist als je een shootout neemt. Ik heb toen ook tegen Bloemendaal een shootout genomen, maar het is zo raar. Normaal gesproken voel je het publiek en daardoor word je gefocust. Maar als je een shootout neemt, is het net alsof je op een training een shootout neemt en je aan het oefenen bent. Dan ben je vaak ook niet volledig gefocust, dan probeer je maar wat. Ik vind het lekkerder om een shootout te nemen met publiek dan zonder.